Hartafwijkingen
Steeds vaker overlijden honden ten gevolge van een hartafwijking. Het is dus raadzaam om een hond te kopen uit ouderdieren die gecontroleerd zijn op de meest voorkomende afwijkingen. Specialisten kunnen u hier meer over vertellen. Een "gewone" dierenarts kan wel luisteren naar het hart maar hij heeft geen apparatuur die de belangrijke Dopplertest en echo kan maken. Let wel een aantal afwijkingen kan men pas na een paar jaar vaststellen. Soms worden honden heel jong gecontroleerd en blijken ze met 3 jaar toch een afwijking te hebben. Het beste kan men een Doppler laten verrichten bij een jonge hond die men voor de fokkerij wil gebruiken en deze herhalen op omstreeks 3 jaar (aldus onze specialist).
Hartaandoeningen bij de hond
Problemen aan het hart komen geregeld voor bij honden. Meestal betreft dit een aandoening van de hartkleppen of van de hartspier. Soms zijn deze afwijking al bij de geboorte aanwezig (= aangeboren). Naar schatting 9 % van alle honden heeft enige vorm van een hartafwijking, een kwart van deze patiënten heeft een ernstige aandoening. Acute problemen zoals een plotseling optredend hartinfarct komen bij honden veel minder vaak voor dan bij mensen. Meestal is er sprake van een over maanden tot jaren langzaam verergerend ziektebeeld. In dit artikel proberen wij wat duidelijkheid te geven in de mogelijke aandoeningen van het hart. We willen niet volledig maar wél begrijpelijk zijn.
Omdat een groot aantal aandoeningen aam het hart genoemd zijn naar de Latijnse naam van de structuur, geven we eerst een overzicht aan structuren en bijbehorende Latijnse namen.
Nederlandse Structuur benaming Latijnse benaming
Buitenvlies van het hart Pericard
Hartspier Myocard
Binnenvlies van het hart Endocard
Hartboezem Atrium
Hartkamer Ventrikel
Boezem-Kamerkleppen Atrio-Ventricutaire kleppen (AV-kleppen)
Lichaamsslagader Aorta
Longslagader Arterie pulmonalis
Tussenwand Septum
Om een indruk te krijgen van de verschillende problemen is het nodig de normale situatie toe te lichten. Het hart wordt verdeeld in vier afdelingen te weten: rechter boezem, rechter kamer, linker boezem en linker kamer (zie afbeelding).
De bloedstroom door het hart gaat van de aanvoerende aders (de voorste en achterste holle ader) in de rechterboezem , de boezems zijn zoals de naam al zegt de verzamelruimtes voor het bloed zodat deze in porties weggepompt kan worden, via de rechter AV kleppen komen we in de rechterkamer (de kamers zijn de echte pompen die het bloed de grote of kleine circulatie in pompen). De functie van de AV-kleppen is verhinderen dat, als de kamer samentrekt om het bloed de slagaders in te pompen, bloed terugstroomt de boezems in. De AV-kleppen zijn dunne bindweefselvliesjes die vastzitten aan spieren die het open- en dichtgaan regelen. Normaal kan bloed alleen van de boezem naar de kamer stromen en niet terug. Vanuit de rechterkamer gaat het bloed via de longslagader naar de longen. In het begin van de longslagader zitten de halvemaanvormige pulmonaalkleppen die verhinderen dat bloed weer terugstroomt vanuit de longslagader naar de rechterkamer. Het zuurstofrijke bloed vanuit de longen komt via de longaders in de linkerboezem. Hiervandaan stroomt het via de linker AV-kleppen (de zogenaamde mitralis-kleppen) naar de linker kamer. Van de twee kamers is de linker het zwaarst ontwikkeld omdat deze het bloed pompt in de grote circulatie (het gehele lichaam behalve de longen). De linkerkamer pompt het bloed in de aorta , net zoals in de longslagader zitten er in het begin van de aorta ook kleppen die verhinderen dat bloed terugstroomt vanuit de aorta in de linkerkamer, dit zijn de aortakleppen. Direct boven deze kleppen vertakken uit de aorta de kransslagaders die de hartspier van de broodnodige zuurstof en voedsel voorzien.
Aandoeningen aan het hart zijn per structuur te verdelen:Ziekten van het Pericard: met name de onsteking komt een enkele voor (ontstekingen krijgen meestal de achtervoeging --ITIS, dus een pericarditis. Een pericarditis heeft meestal tot gevolg dat er grote hoeveelheden ontstekingsvocht ophopen tussen het (niet rekbare) pericard en de hartspier waardoor deze wordt gehinderd in het samentrekken en ontspannen. De hoeveelheid weg te pompen bloed wordt hierdoor aanzienlijk verminderd, tot een mate waarbij het hart gaat tekortschieten in de pompfunctie.
Ziekten van het Myocard: bij de hond komen hier twee typen regelmatig voor: 1. De onsteking, wederom de achtervoeging —ITIS dus myocarditis. In het algemeen geldt dat onstekingen veroorzaakt kunnen worden door een verwekker (bacterie, virus, parasiet etc.) of zonder aanwezigheid hiervan, de zogenaamde steriele onstekingen. Een speciale vorm van steriele ontsteking is een reactie van de afweer tegen lichaams-eigencellen, de auto-immune ontsteking. De steriele ontstekingen van het myocard kunnen onder meeer veroorzaakt worden door sommige medicijnen , vergiften en tekorten in de voeding: zoals ontbreken van bepaalde aminozuren (by taurine) en vitaminen (met name vita mine F en selenium). Een vroeger veel voorkomende door een infectie veroorzaakte myocarditis was die door het Parvo-virus welke naast diarree ook hartproblemen kan geven. 2. De andere aandoening is het tekortschieten in kracht van de spiercellen zelf, de zgn. cardiomyopathie . Cardio staat voor hart, myo voor spier en pathie is vervoegsel van pathos als in pathologie: leer der ziekten, cardiomyopathie betekent dus ziekte van de hartspier. De oorzaak is vaak onbekend alhoewel een erfelijke factor wordt verondersteld daar het met name bij een paar rassen regelnatig voorkomt (o.a.Scottish deerhound en Dobermann), een andere oorzaak is de relatieve grootte van het hart in vergelijking met de grootte van de hond. Bijna alle grote en reuze-rassen hebben relatief kleine harten in verhouding tot de rest van het lichaam, en zullen, doordat er meer gevraagd wordt van de hartspier, een grotere kans hebben op het krijgen van cardiomyopathie.
Ziekten van bet Endocard: hierbij is eigenlijk alleen de onsteking, de endocarditis, van belang. Een speciale vorm van endocarditis wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van specifieke wormen in de kamers en boezems van het hart. Deze hartwormen komen nog niet in Nederland voor maar er zijn al wel regelmatig infecties uit midden-Frankrijk en zuidelijker gebiedon gemeld. Hoewel de mug die de worm overbrengt in Nederland en België voorkomt zijn er hier nog geen besmette muggen gevonden. Echter de meest noorderlijke infectie in Europa heeft vlak boven Parijs plaatsgevonden. Deze ziekte is een groot probleem in de Verenigde Staten, omdat er alleen preventief wat aan te doen is door met zeer korte tussenpozen zware wormmiddelen to geven. Zitten de wormen eenmaal in het hart dan zijn zo bij de levende hond niet zonder grote risico's van zowel het geneesmiddel (arsenicum) als het vastlopen van dode wormen of delen daarvan in nier of long (de tbrombo-embolio) te verwijderen.
Ziekten van de Kleppen: deze zijn onder te verdelen in 2 groepen: de aangeboren (bij de geboorte reeds aanwezig, dit hoeft dus niet erfelijk te zijn) en de tijdens het leven verkregen veranderingen. Een beschadigde of niet goed aangelegde klep kan: 1. Bloed hinderen in de normale doorstroming langs de kleppen. Hierdoor is er meer kracht nodig om een zelfde hoeveelheid bloed te verplaatsen, dit wordt stenose (= vernauwing) genoemd. 2. Bloed laten terugstromen waardoor een deel van het bloed opnieuw doorgepompt moet worden, dit word insufficiëntie gonoemd. Beide aandoeningen hebben tot effect dat het hart meer arbeid moet verrichten voor een zelfde resultaat, indien deze extra arbeid dusdanig is dat het hart het onvoldoende kan compenseren (te veel bloed blijft achter in het hart) zal dit een vergroting van het hart tot gevolg hebben.
Zowel bij de stenose als de insufficiëntie kan de stroming langs de kleppen dusdanig sterk worden dat delen van het hart hierdoor beschadigd raken, in deze beschadigde plaatsen kunnen gemakkelijk onstekingen beginnen, de prognose is dan ook verslechterd. Voorbeelden van deze ziekten zijn: De subvalvulaire aorta-stenose bij de boxer, een erfelijke aandoening die al op jonge leeftijd te herkennen is (onder andere door het aanwezig zijn van een luide hartruis). De chronische mitralis-insuffliciëntie , een aandoening die bij oudere honden voorkomt en bij sommige rassen zo vaak dat er aan een erfelijk probleem wordt gedacht.
Ziekten van de besturing van het hart (de ritmestoornissen): het samentrekken van de hartspier (de hartslag) wordt aangestuurd door zenuwen vanuit de hersenen. Overal in het lichaam zitten sensoren die het zuurstofverbruik meten en de bloedstroom naar dat gebied toe indien nodig vergroten of verkleinen. Als er plotseling veel vraag voor zuurstofrijk bloed is (de hond gaat plotseling rennen) dan zal er vanuit de hersenen een signaal naar het hart gaan om sneller te gaan kloppen. In deze aansturing kunnen een paar fouten sluipen, meestal is het probleem dat in rust de aansturing daardoor te traag is en het aantal hartslagen per minuut extreem laag ; in de volksmond wordt dit een sporthart genoemd. Is het aantal slagen zo laag dat het onvoldoende is om het lichaam van bloed te voorzien dan is de enige mogelijkheid het implanteren van een pacemaker, deze geeft dan met vaste regelmatig een signaal naar het hart om een slag te maken. Deze aandoening komt bij honden echter zelden voor.
In het hart zit ook een eigen geleidingssysteem om de samentrekking zeer efficient te laten verlopen, fouten in dit geleidingssysteem zijn te verdelen in drie groepen: 1. Het signaal van de hersenen komt goed aan, echter niet gevolgd door een juist startpunt van de samentrekking. Dit heeft tot gevolg een goede hartslag echter met extra tussenruimtes waarin geen slagen plaatsvinden. 2. Het signaal van de hersenen komt goed door, echter er is een storing in de geleiding waardoor de slagen onregelmatig van kracht zijn. 3. Het signaal uit de hersenen komt goed aan, echter spontane samentrekkingen beginnen in de boezems of kamers, het zogenaamde fibrilleren. Binnen deze verdeling is een grote variëteit aan ziekten met name qua ernst en prognose. Grofweg kan de verdeling aangehouden worden dat de ernst toeneemt van 1 naar 3. Afhankelijk van de aandoening is er geen therapie nodig tot zelfs geen of nauwelijks therapie mogelijk. De meest voorkomende ritmestoornis heeft bijna iedere hond in rust: de repiratoire-aritmie, dat wil zeggen dat door reflexen bij inademing en uitademing de hartslag naar langzamer gaat, deze onregelmatigheid is geheel normaal bij honden. Een andere veel voorkomende aandoening (vaak in combinatie met cardiomyopathie) is de atrium-fibrilatie (het boezem-fibrilleren), hierbij trekken de boezems zeer snel en onregelmatig samen waarbij maar kleine hoeveelheden bloed naar de kamers worden getransporteerd. De kamers moeten vanwege het geleidingssysteem meedoen en trekken vaak samen zonder dat er voldoende bloed in zit, dit heeft tot gevolg een extreem hoge pols zonder duidelijke kracht de honden zijn erg moe en vermageren zeer snel. Dit komt omdat het hart zeer veel energie verbruikt (het hart klopt alsof de hond in volle sprint gaat). Met medicijnen kan de hartslag krachtiger worden echter de oorzaak is niet behandelbaar waardoor de prognose toch vaak somber is.
Overige hartproblemen: Hieronder vallen onder meer de volgende problemen: 1. Grote fouten in aanleg van het hart, bijvoorbeeld: • het ventrikelseptumdefect (een defect-gat- in de wand tussen rechter en linkerkamer) • een rechter aortaboog (het gehele hart is dan in spiegelbeeld aangelegd) 2. Fouten in de overgang van foetale bloedsomloop naar de normale bloedsomloop. • Persiterende ductus arteriosus botalli (een groot vat dat een kortsluiting geeft van longslagader naar aorta sluit na de geboorte niet). 3. Hartfalen ten gevolge van aandoeningen buiten het hart. • Met name ziekten in de mineraal huishouding zoals kalium en calcium geven grote problemen.
Heeft mijn hond een hartprobleem? Wat kunt u aan uw hond zien qua hartproblemen of juist niet: bij niet te dikke honden is door de vacht heen de hartslag te voelen net achter de elleboog aan de linkerzijde, de pols is te voelen aan de slagader van het dijbeen die aan de binnenzijde van de dij loopt:
Van een gezonde hond is de pols: Kleine hond, jonge hond: 110- 180 slagen per minuut Pup: 140 - 225 slagen per minuut Middelgrote, grote hond: 70- 160 slagen per minuut
In rust moet de pols aan de lagere waarden voldoen. Natuurlijk is er veel variatie mogelijk door grootte en de mate van training van de hond. Het uithoudingsvermogen is een goede maatstaf, verminderingen hieraan kunnen wijzen op problemen van hart of longen. Zeker omdat veel problemen geleidelijk ontstaan wordt dit nogal eens toegeschreven aan ouderdom, terwijl de oorzaak goed behandelbaar kan zijn!
Andere symptomen die op kunnen vallen: - hoesten (met name na inspanning) - blauwverkleuring van de slijmvliezen en tong - flauwvallen - dikker worden van de buik en niet de rest van het lichaam Zoals in de intro is beschreven komen zware hartproblemen niet vaak voor. Mocht u echter twijfels hebben, ga dan langs uw dierenarts want voor een aantal aandoeningen zijn er tegenwoordig goede medicijnen waardoor het lijkt dat uw hond weer jaren jonger is.
De afbeelding is met toestemming overgenomen uit : Elementaire Kynologische Kennis van R van der Molen © 1999 Kliniek voor gezelschapsdieren "Oegstgeest Noord"
Arrhythmogenic Right Ventricalur Cardiomyopathy (ARVC)
Aangeboren hartafwijkingen
Zowel bij de hond als bij de kat komen aangeboren hartafwijkingen voor. Hierbij is, als gevolg van een stoornis in de ontwikkeling van het hart tijdens de embryonale periode, een afwijking in de bouw en de functie van het hart en de grote bloedvaten ontstaan. Aangeboren hartafwijkingen kunnen bij alle honden- en kattenrassen voorkomen. We vinden ze ook bij kruisingen en bij "gewone" huishonden en huiskatten. Bij de hond kennen we een aantal aangeboren afwijkingen met een zekere raspredispositie. Dat wil zeggen dat deze aangeboren hartafwijkingen bij bepaalde rassen vaker voorkomen dan bij andere rassen. Dit bewijst dat er sprake is van een erfelijke factor die (mede)veroorzakend is. Bij de kat worden (nog) geen raspredisposities voor aangeboren hartafwijkingen in de literatuur beschreven.
- Een van de bij honden meest voorkomende aangeboren hartafwijkingen is de Aortastenose , een vernauwing van de grote lichaamsslagader (aorta). Bij de kat komt deze afwijking slechts zelden voor. Rassen waarbij aortastenose vaker wordt gezien zijn de Boxer , de Newfoundlander , de Duitse Herder , de Golden Retriever , de Rottweiler , de Bull Terrier , de Bouvier en de Berner Sennenhond .
- Een Open Ductus Botalli wordt met enige regelmaat beschreven bij de Dwergpoedel , de Dwergkeeshond , de Collie , de Sheltie , de Schapendoes en de Duitse Herder . Bij deze afwijking blijft er na de geboorte een open verbinding bestaan tussen de aorta en de longslagader. Door de (bloed)drukverschillen in beide slagaders ontstaat er hierbij een afwijkende bloedstroom van de linker- naar de rechtercirculatie.
- Pulmonaalstenose (vernauwing van de longslagader) komt vooral voor bij de Chihuahua , de Engelse Bulldog , de Dwergschnauzer , de Beagle , de Foxterrier en de Samojeed . Bij katten komt deze afwijking slechts sporadisch voor.
- Bij een Ventrikelseptumdefect bevindt zich een opening in de wand tussen de beide hartkamers waarbij er een afwijkende bloedstroom van linker- naar rechterkamer ontstaat. Deze opening kan qua grootte variëren. De ernst van de afwijking is hiervan afhankelijk. Bij de Schapendoes , de Engelse Bulldog en de Keeshond wordt deze afwijking vaker beschreven dan bij andere rassen.
Daarnaast kennen we nog een aantal aangeboren klepafwijkingen en een samengestelde hartmisvorming (Tetralogie van Fallot). De meeste van deze aangeboren afwijkingen zullen al op jonge leeftijd (b.v. bij de puppy-enting) worden ontdekt. Vaak is er tot dat tijdstip nog niets aan de pup te merken, soms is er een groeiachterstand vergeleken met de andere pups in het nest of zijn ze sneller vermoeid. Bij de ernstigste afwijkingen zien we ook verschijnselen van benauwdheid bij de pup. Soms zijn de slijmvliezen blauwgekleurd, vooral bij inspanning. Ook hoesten en flauwvallen komt voor. In de ernstige gevallen leiden deze afwijkingen tot een hartfalen en uiteindelijk een vroege dood.
U kunt uw hond of kat laten onderzoeken bij een van de radiologen/cardiologen die zijn opgenomen in de lijst. Het benodigde onderzoeksformulier kunt u hier alvast invullen en daarna printen
Arrhythmogenic Right Ventricalur Cardiomyopathy (ARVC) is een erfelijke hartspieraandoening die, naast DCM, bij de Boxer voorkomt en die ook wel wordt aangeduid als " Boxer Cardiomyopathie ". Bij de mens komt een soortgelijke hartaandoening voor. ARVC zien we bij volwassen boxers van alle leeftijden. Er treden vooral storingen op in de prikkelgeleiding in de rechter hartkamer waardoor hartritmestoornissen ontstaan. Aan de meeste honden die de afwijking hebben is weinig te merken. Bij de honden die wel verschijnselen vertonen variëren deze van hartritmestoornissen en flauwvallen tot acute sterfte. De ziekte vererft autosomaal dominant, maar kan zich in verschillende gradaties uiten.
U kunt uw hond of kat laten onderzoeken bij een van de radiologen/cardiologen die zijn opgenomen in de lijst. Het benodigde onderzoeksformulier kunt u hier alvast invullen en daarna printen.
|